Het verschil tussen directe – en indirecte vetverbranding
Vetbranding is een belangrijke term in de sportwereld. We staan te hollen op de loopband of doen aan krachttraining met vaak als doel: het creëren van een negatieve energiebalans. Dus, dat je meer kcal verbrandt dan dat je binnen krijgt. Hiervoor haalt je lichaam energie uit koolhydraten, eiwitten en vet. Vetverbranding kan op twee manieren: direct en indirect. Zie het verschil:
Direct
In deze blog kunnen we meteen de fabel ‘de verbranding komt pas na 30 minuten op gang’ ontkrachten. Dat is namelijk niet zo. Zodra je sport, begint je lichaam te werken. Over het algemeen kunnen we bij cardiotraining spreken van directe vetverbranding. Als je van de loopband stapt en je metabolisme werkt op normale snelheid, dan stopt je lichaam met verbranden. Dit noemen we directe vetverbranding, aangezien je lichaam alleen tijdens de training vet verbrandt. De oplossing: hoge intensiteit cardiotraining.
Indirect
De indirecte manier noemen we ook wel het Afterburn Effect (EPOC). Dit effect zorgt ervoor dat je metabolisme in een hogere stand blijft draaien, waardoor je ook na je work-out vet verbrandt. Dit kan door de intensiteit van je training omhoog te schroeven. Door bijvoorbeeld meer reps uit te voeren of de rustpauzes korter te maken bij krachttraining.
Kort gezegd werkt het zo: je kunt na zowel cardiotraining als krachttraining blijven verbranden als je de intensiteit verhoogt. Daarom is bijvoorbeeld CrossFit een goede manier van trainen. Hier worden diverse oefeningen op hoog tempo uitgevoerd. Wil jij aan de slag met sport en voeding? Onze deskundige personal coaches begeleiden je graag in dit proces. Op naar de meest sportieve versie van jezelf.